Wat was het een raar schooljaar. Maandenlang thuisonderwijs: vanachter een scherm naar de juf en klasgenoten kijken met – zeker in het begin – regelmatig frustratie. Niet verstaanbaar zijn, door elkaar praten, schermen of geluid dat hapert … Ach, ik hoef jullie niets uit te leggen, jullie hadden dat allemaal óók. Was het niet met school, dan wel met je werk of om contact met ouders of opa en oma te onderhouden.

Wat waren we blij toen Nadja eindelijk weer naar school mocht, ja eerlijk is eerlijk niet alleen zíj was daar blij om.

Drie dagen school werden vier dagen en uiteindelijk vijf. Hoe vaak Nadja dat niet heeft verzucht: ‘Ik ben zo blij dat ik weer vijf dagen naar school mag.’ Alles werd weer een beetje zoals vroeger.

Tot vorig weekend. De juf belde op zondagavond: ‘Dan weet je het wel hè, als ik op zo’n raar moment bel. Dat betekent niets goeds.’

Inderdaad, een jongen bij Nadja in de klas was positief getest, balen voor hem, maar ook voor Nadja en haar klasgenoten. Nu kon ze de laatste week voor de vakantie niet naar school en ze mist de juf altijd al in een weekend…

Ook het jaarlijkse eindfeest van Stichting Nadja kon niet doorgaan. Behalve Nadja was er nog een spelmiddagkid met de jongen uit de klas in aanraking geweest, zij moesten eerst (na de incubatietijd) worden getest.

Testen is spannend. Understatement. Need I say more?

Maar goed, eind goed al goed. De testen waren negatief, de juffen maakten er ondertussen online nog een feestje van en ook ons eindfeest gaat zaterdag alsnog door.

Gelukkig voor de juffen was er de week vóór de uitbraak al ijverig opgeruimd in de klas, zie de foto waarbij Nadja in haar enthousiasme haar bril verloor in de papierbak en zoals het boek van Guus Kuijer ‘Op de kop in de prullenbak’ hing.

Rest me nog één ding: namens Nadja en mijzelf iedereen een fijne vakantie te wensen!