Toen we zo’n vier jaar geleden onze duofiets kregen, voelde ik me de koning te rijk. Eindelijk kon ik  er langer en verder met Nadja op uit. Alleen dametje zelf was toen nog minder enthousiast. Al bij de tweede bocht was het ‘Mijn benen zijn moe.’ De optie benen stil houden, mama trapt, benutte ze door verveeld met haar bovenlijf zo ver buiten de fiets te hangen dat het gevaarlijk en vervelend was.

Tot vorig jaar. Ik noem het ‘het aardappelschilmoment’. Dat zal ik uitleggen: ik weet nog goed dat ik als jong meisje mijn moeder wilde helpen aardappels schillen, maar dat ik er niets van bakte. Nou ja, gebakken hoefden ze niet, maar… Stop. Ik dwaal af. In ieder geval: ik kon er niets van. Toen ik het jaren later nog eens probeerde kon ik het ineens wél, terwijl ik het nooit meer geoefend had. Dus, toen Nadja ineens het fietsen ontdekte was dat haar aardappelschilmoment.

We fietsten zomaar tien kilometer, alleen konden we eigenlijk nergens onderweg stoppen, want we hadden natuurlijk geen rolstoel bij ons. We deden het wel, als ik achter Nadja ga staan en haar onder haar oksels vasthou kan ze wel een stukje lopen, maar ik hou haar inmiddels nauwelijks en vind maar eens een geschikte stoel. Het was dus verre van ideaal.

Dat moest toch anders kunnen. Fabrikant gebeld, gegoogeld, nul op rekest. Tot ik het bijgeleverde boekje over de duofiets terugvond. Daar stond het gewoon, er bestaat een rekje! Weliswaar voor een inklapbare rolstoel en die heeft Nadja niet, maar die konden we aanschaffen, toch? Dat was meteen een uitkomst toen het frame van Nadja’s rolstoel een paar maanden terug volledig scheurde (door het dansen/headbangen).

En nu kunnen we beiden ons geluk niet op. Zaterdag op de fiets naar de markt, een rondje lopen en samen lunchen? Het is ineens mogelijk.

Ik zie deze rekjes nooit op andere duofietsen. Dus bij deze deel ik graag de tip.