Nadja’s benen … ze weten wat. Ik neem mijn hoed af voor wat ze al hebben meegemaakt en doorstaan. Ik som even op wat zo weer op mijn netvlies verschijnt als ik er even bij stil sta.

De saturatiemeter op haar grote teen, dat toen nog een ieniemienie klein teentje was. Korte babybeentjes verstrengeld in (infuus)lijnen.

Vlekkerige beentjes omdat het lijfje waar ze aan vastzaten zo ziek was.

Ik zie kleine peuterbeentjes in het korset van een spreidbroek omdat er sprake zou zijn van heupdysplasie. Iets dat ik weerlegde, mijn moederinstinct wist dat er vanwege de diffuse hersenbeschadiging van Nadja van alles mis was, zeker in de spierspanning, maar dat er iets met de heupkop/heupkom zou zijn, nou nee. Gehuild heb ik om die arme beentjes die alle kanten op wilden maar niet ‘vast’. Na een week gooide ik de spreidboek in een hoek, zonder dat tegen de arts te zeggen, die vervolgens bij de controle trots zei dat het nu veel beter was. Maar goed, ik dwaal af.

Onrustige benen zie ik, met een te wisselende spierspanning om ooit zelfstandig te staan.

Benen die twee keer botox in de kuitspieren kregen omdat daar te veel spanning zat. Gips om de onderbenen om de door botox lamgelegde spieren op lengte te trainen.

De hemstring die verkortte waardoor haar benen vergroeiden.

De extreme X-stand van de benen, met scharende knieën tot gevolg en de knieoperatie waarbij klemmetjes de groei van het been aan de voorkant zou remmen om daarmee de stand te corrigeren. Verband, pleisters, napijn.

Ik zie alle hulpmiddelen: loopfietsen, rollators, rolstoelen, racerunner, statafel.

Maar bovenal zie ik Nadja, die traint, traint, traint. Nadja die zegt: ‘Dat is goed voor mijn benen.’

En zie. Ze heeft gelijk. Ze loopt een kort stukje ondersteund aan één hand. Iedere dag doet ze dat samen met haar sterke broer.

Chapeau voor Nadja én sterke,  geduldige broer Jay.