De appeltaart op de foto had op zijn zachtst gezegd nogal wat voeten in de aarde.
Dat ging zo. Om de herfstvakantie leuk af te sluiten, opperde ik op zaterdag om op de laatste dag van de vakantie samen appeltaart te maken. Dat vond Nadja een leuk plan, alleen wilde ze het liever diezelfde dag, zaterdag dus, al doen want dan was de taart zondag klaar voor bij de koffie.
Ik had voor de zaterdagmiddag andere plannen, maar Nadja wist de oplossing, ze zou de taart met papa gaan maken. Ze moest alleen even wachten tot papa thuis zou zijn.
Goed plan, opgelost zou je denken. Alleen, het wachten duurde lang, dus een uurtje later begon het gezeur. Nadja wilde de taart toch per se met mij maken en wel nu.

Ja zeg! De plannen waren al voor mevrouw aangepast en de afspraak met papa was gemaakt dus daar hield ik haar aan.
Niet dus. Het was lang geleden, maar Nadja flipte compleet. Stuiteren in de rolstoel, gillen, gooien, ze raakte compleet oververhit en was niet tot bedaren te krijgen.
Jay kwam naar beneden door het gegil. Samen zetten we haar in haar bed om te voorkomen dat ze dingen kapot maakte en om haar te laten afkoelen. Jullie weten inmiddels: Nadja heeft een harde kop en kan het lang volhouden. Ik ging met een koptelefoon op verder met waar ik mee bezig was.

De postbezorger klopte op de ramen. Ik had de bel niet gehoord, zette mijn koptelefoon af en pakte het pakket aan. ‘Het meisje is aan het huilen hoor,’ zei hij bezorgd, alsof ik dat niet wist. Haar kamer is aan de straatkant, waar haar bed voor het raam staat. De luxaflex waren door Nadja met woeste slabewegingen vervormd tot geometrische vormen. De postbezorger zal er het zijne van hebben gedacht, maar ik zei zo laconiek mogelijk: ‘Ja, ze is even heel erg boos.’

Na een poos was ze zo moe en schor van het gillen dat het stil werd. We bespraken het voorval en maakten het goed.
Toen kwam papa thuis. Opgewekt ging hij samen met Nadja aan de slag. Alleen, papa deed te veel roomboter in het beslag, te plakkerig dus. Ze kregen het beslag niet in de vorm en sliertjes draaien voor op de bovenkant lukte al helemaal niet.
Vanuit de keuken hoorde ik getier. ‘Hoe moet dit! Kom eens helpen!’
Ik voelde me ondertussen lichtelijk opgefokt. Ik zou toch potdorie gewoon even ongestoord af willen maken waar ik mee bezig was!
We mengden deeg uit een ander pak, mixten tot het beslag werkzaam was en deden het een poosje in de koelkast, waarna Jay als enige nog het geduld had de slierten te rollen.
Later lachten we erom. Natuurlijk. En bedachten dat we nooit eerder met zijn vieren een taart hadden gemaakt. Hij smaakte des te lekkerder.